De·caan (de; m,v; meervoud: decanen)
1 voorzitter van een universitaire faculteit
2 schooldecaan (adviseur van studenten in het voortgezet en hoger onderwijs)
Laat je in het lokaal van de decaan inspireren door een groot meester en bekijk de wereld in het klassieke bad vanuit een ander perspectief
Het lokaal is gelijkvloers, gelegen op de begane grond, heeft een oppervlakte van bijna 40 m² en reikt een hoogte van maar liefst 4,7 meter hoog.